Bij twee zwangere vrouwen werd tijdens de
zwangerschap een zorgmelding bij Bureau
Jeugdzorg gedaan met het verzoek om een
antenatale ondertoezichtstelling. De eerste
patiënte was 27 jaar, gravida 1, para 0. Zij was
bekend wegens schizofrenie en impulsief
agressief gedrag bij een persoonlijkheids –
stoornis, een verleden van terbeschikking –
stelling en zorgwekkende zorgmijding.
De tweede was een 36-jarige gravida 2, para 1,
die bekend was wegens een bipolaire stoornis
en de uithuisplaatsing van een eerder kind.
Voor eerstgenoemde patiënte volgde ondertoezichtstelling
van de ongeboren vrucht. Bij de
andere patiënte werd het verzoek afgewezen.
Tien dagen na de geboorte volgde bij een
ontspoorde thuissituatie alsnog ondertoezichtstelling.
Vóór de geboorte kan op basis van
maternale kenmerken een relevante risicotaxatie
gemaakt worden. Het is mogelijk om
een ongeboren vrucht vanaf 24 weken
amenorroeduur onder toezicht te laten stellen.
Hiermee wordt voorkomen dat een gezonde
zuigeling langdurig wordt opgenomen in een
ongezonde prikkelarme ziekenhuisomgeving.
Ook voorkómt men zo de stressvolle situatie
die kan ontstaan als ouders, wanneer het
onderzoek naar de thuissituatie nog gaande
is, hun pasgeboren kind dreigen weg te halen
uit het ziekenhuis.