Postnatale depressie treft circa 17% van moeders en 9% van partners. In de dagelijkse praktijk wordt tijdig diagnosticeren en behandelen bemoeilijkt door barrières als personeelsgebrek, onwil om klachten te bespreken, taalbarrières en het niet-standaard screenen op klachten.

In deze studie wordt onderzocht of een smartphone-app (de ClinTouch DAWN-P) een haalbare, aanvaardbare, valide en veilige methode is om postnatale depressie vast te stellen. De app vraagt dagelijks naar symptomen volgens de vragen van de Edinburgh Postnatale Depressieschaal (EPDS, een gevalideerde screeningsmethode).

Vijftien vrouwen uit de omgeving van Manchester (VK), met een ongecompliceerde a-terme zwangerschap en acht van hun partners werden geïncludeerd. Zij kregen tot zes weken postpartum dagelijks een app-alert om de EPDS-items binnen twee uur in te vullen.

De app vroeg naar aanwezigheid van symptomen en ernst ervan sinds de vorige dag. Antwoorden werden direct (beveiligd) naar het onderzoeksteam verstuurd, dat zonodig actie kon ondernemen. Een week na aanvang van deelname en zes weken postpartum werd de papieren EPDS afgenomen om de validiteit van de app te kunnen beoordelen. De deelnemers beoordeelden de app met de Mobile App Rating Scale (MARS) en een semigestructureerd interview.

Ruim 67% van de dagelijkse app-beoordelingen werd voltooid, 91% van de deelnemers heeft de app gedurende de gehele periode gebruikt. Eerdere depressie of gebruik van psychofarmaca bleek gecorreleerd aan lager app-gebruik.
Deelnemers suggereerden verbeteringen als feedback uit de scores of opvoedingsadviezen om bruikbaarheid te vergroten. De app bleek valide, met een perfecte overeenstemming met de papieren EPDS bij opsporing van postnatale depressie. Er werden geen nadelige effecten van het app-gebruik gevonden.

De onderzoekers concluderen dat deze screening op postnatale depressie haalbaar, bruikbaar, valide en veilig lijkt. De methode werkt efficiënt, effectief en vooral meer inclusief dan reguliere screeningsmethoden.

Kanttekening is wel dat personen met kwetsbaarheid voor depressie de app juist minder lijken te gebruiken en daarmee niet (tijdig) geïdentificeerd worden.