De voordelen van een vaginale baring ten opzichte van een sectio zijn bekend: onder andere een kortere opnameduur van de moeder en contact met het vaginaal microbioom. Maar autonome keuzevrijheid betekent dat vrouwen kunnen opteren voor een geplande sectio zonder indicatie (hierna: electieve sectio).

Canadese onderzoekers evalueerden de determinanten en uitkomsten van electieve sectio in vergelijking met geplande vaginale baring in een retrospectieve cohortstudie. Vrouwen die tussen april 2012 en mei 2018 in een ziekenhuis in de provincie Ontario à-terme bevielen van een eenling in hoofdligging werden geïncludeerd. Exclusiecriteria waren: sectio in de anamnese, indicatie voor sectio in de huidige zwangerschap en baring thuis of in een geboortecentrum.

Als primaire uitkomstmaat kozen de onderzoekers voor score op de Adverse Outcome Index (AOI). Tevens werden de Weighted Adverse Outcome Score (WAOS) en de Severity Index (SI) berekend. (zie kader)

Adverse Outcome Index – Samengestelde maat die ontwikkeld is om veiligheid en kwaliteit op ziekenhuisniveau te monitoren. Bevat tien negatieve uitkomsten: optreden van uterusruptuur, totaalruptuur, (re-)operatie, Apgarscore <7 na 5min, neonataal geboortetrauma, maternale bloedtransfusie, maternale of neonatale IC-opname, maternale of neonatale sterfte.

NB niet opgenomen in deze maat: sectio (buikoperatie)

AOI-berekening: percentage individuen met tenminste 1 van de 10 negatieve uitkomsten

Weighted Adverse Outcome Score – In deze maat worden frequentie en ernst van de negatieve uitkomsten uit de AIO gecombineerd

WAOS-berekening: de som van alle gewogen gescoorde events gedeeld door het totaal aantal baringen

Severity Index – Maat voor de ernst van negatieve uitkomsten onder zwangerschappen met een negatieve uitkomst

SI-berekening: WAOS gedeeld door het aantal baringen met een negatieve uitkomst

Van de in totaal 422.210 baringen waren er 1.827 (0.4%) electieve sectio’s en  420.383 (99.6%) gepland vaginaal. Niet-geplande sectio’s werden volgens ‘intention to treat’ geanalyseerd in de ‘gepland vaginaal’ groep. Electieve sectio werd geassocieerd met onder andere hogere maternale leeftijd, hoger opleidingsniveau, IVF en prenatale zorg door de gynaecoloog.

De AOI leverde een lager risico voor de ‘gepland sectio’ groep (adjusted RR 0.42; 95%CI 0.33-0.53). Ook was de WAOS lager voorde electieve sectio-groep dan voor de groep die bij aanvang vaginaal wilde bevallen (MD: -1.28; 95%CI -2.02 tot -0.55). Maar voor de SI was er geen statistisch significant verschil tussen beide groepen.

De auteurs benoemen als beperking van (de betrouwbaarheid van) hun onderzoek het feit dat er een relatief kleine steekproef is gebruikt (1827 electieve sectio’s). Als conclusie stellen zij dat een electieve sectio mogelijk samenhangt met een lager risico op negatieve korte termijnuitkomsten zoals gemeten met de AOI dan een geplande vaginale baring.

De AOI is echter niet ontwikkeld om veiligheid op individueel niveau te meten. De auteurs bevelen aan de lange termijnuitkomsten nader te onderzoeken, inclusief het effect op borstvoeding en infecties en luchtwegproblemen bij het kind.

Noot van de redactie: Zie ook Appendix 2. Perinatal Health Indicator Definitions voor geïnteresseerden die verder willen lezen. In deze appendix wordt duidelijk welk ‘gewicht’ aan de negatieve uitkomsten wordt toegekend bij de berekening van de WAOS.

Yanfang Guo ea appendix 2 202262-res-2-at-1