De richtlijn Herhaalde miskraam
De tweede versie van de NVOG richtlijn Herhaalde miskraam (2007) is ongetwijfeld een verbetering vergeleken met de eerste uit 1999. De term ’habituele abortus’ is verlaten omdat daar de suggestie van uitging dat het een specifieke aandoening zou betreffen.
Ook verdween terecht de redenering dat uit het verschil tussen de verwachte kans van 0,34%
op drie achtereenvolgende miskramen (15 x 15 x 15%) en de geobserveerde kans van 1% zou kunnen worden geconcludeerd dat de herhaling maar voor een deel op toeval kan berusten. Het enige namelijk dat uit deze frequentie kan worden opgemaakt is dat sommige mensen meer dan gemiddeld kans hebben op een miskraam (en andere minder), zoals dat bij de meeste aandoeningen het geval is. Een belangrijke verbetering betreft voorts het invoegen
op drie achtereenvolgende miskramen (15 x 15 x 15%) en de geobserveerde kans van 1% zou kunnen worden geconcludeerd dat de herhaling maar voor een deel op toeval kan berusten. Het enige namelijk dat uit deze frequentie kan worden opgemaakt is dat sommige mensen meer dan gemiddeld kans hebben op een miskraam (en andere minder), zoals dat bij de meeste aandoeningen het geval is. Een belangrijke verbetering betreft voorts het invoegen
van de tabel betreffende de prognose gerelateerd aan de leeftijd en het aantal doorgemaakte miskramen, en het advies deze over het algemeen gunstige prognose met de patiënten te bespreken. Het advies om terughoudend te zijn met in zwang zijnde of nog uit te vinden ’behandelingen’ is daarvan het logisch vervolg. Niettemin bevat de richtlijn een aantal dwaalsporen die de lezer van deze centrale boodschap af kunnen leiden:
- Oorzaak onbekend?
- Karyotypering?
- Een speciale polikliniek voor herhaalde miskraam?